Er zijn van die momenten, die je niet snel vergeet…
’s Morgens ontvang ik een whats-app bericht van een basisschoolvriendin, waar ik af en toe contact mee heb. Zij weet wat ik doe in mijn praktijk en staat open voor spiritualiteit en mediumzaken. Het is een kort bericht: ze meldt haar partner af voor de workshop die avond, want haar oudste broer Jules is overleden.

Ik lees met verbijstering de woorden op het scherm. Wat verdrietig… Ik zie het jongetje uit mijn jeugdherinneringen voor me en vraag me af wat er is gebeurd. Het gevoel komt over me heen dat zijn overlijden een bewuste keuze is geweest. Ik heb de indruk dat hij al communiceert met me. Door zijn onophoudelijke gevecht tegen depressies kon hij zich niet meer verbinden met het leven op aarde. Hij heeft de balans opgemaakt voor zichzelf en is op een zelfgekozen moment rustig heengegaan.

Ik zend in gedachten uit dat ik hem heb begrepen en laat het, geraakt door de informatie, op me inwerken. Ik besluit op dit moment niets te doen en vertrouw erop, dat ik vanzelf wel hoor of dit allemaal klopt en wat de eventuele bedoeling is van zijn komst. Ik heb nog geen idee van wat me te wachten staat…

Drie dagen later zit ik op mijn bank te genieten van de zon, als Jules zich duidelijk meldt. “Kom op, pak je fiets! We gaan bloemen kopen voor mijn lieve zus.” Ik kan ineens niet meer stilzitten, zo krachtig is zijn energie en intentie. Het is heerlijk weer en fietsen is eigenlijk wel een goed idee. Ik besluit in een opwelling me te laten leiden door zijn spirit. “Okee, ik doe mee”, zeg ik, terwijl ik mijn fiets uit de schuur pak. “Waar gaan we heen?”

Wat volgt, is toch wel één van de meest opmerkelijke ervaringen met spirit die ik tot nu heb gehad. Terwijl ik langs het weide- en duingebied richting Castricum fiets, vertelt hij via beelden, gevoelens en woorden over zijn leven. “Michelle, zie je al die gele, wilde bloemen in het veld? Het is eigenlijk onkruid en zo voelde ik mij ook. Nu pas kan ik genieten van hun schoonheid en kleur. Nu pas voel ik de vrijheid en de ruimte, in plaats van de onmacht en de pijn.”

Ineens geeft hij krachtig aan: “Stop met fietsen! Als je hier over het hek klimt, kan je een bos ervan plukken voor mijn zus.” Ik moet een beetje lachen om zijn idee. “Ja zeg”, zend ik naar hem uit, “ik wil best bloemen naar haar brengen, maar ik ga toch geen bos onkruid cadeau geven?” Jules lacht en daagt me uit: “Je gaat toch geen geld uitgeven aan een bos bloemen als je ze zo kunt plukken? En trouwens, mijn zus kent me al langer dan vandaag. Ze heeft nog nooit een bos uit de winkel van me gehad.” Ik voel een humor bij hem en we zijn allebei even eigenwijs. Ik grijns: “Dat zal wel, maar als je mij op pad stuurt, koop ik een knappe bos. Wat voor bloemen moeten het zijn?” Ik hoor een lach, terwijl hij zonnebloemen laat zien. “Oh, enne… bij de winkel in de bocht hebben ze die niet meer, dus fiets maar beter meteen naar het winkelcentrum.”

Inmiddels begin ik me serieus af te vragen wat ik in hemelsnaam allemaal aan het doen ben. Mijn kritische mind laat me tóch de winkel in de bocht inlopen, waar de zonnebloemen uiteraard net uitverkocht zijn. Met een zucht en nog iets meer overgave fiets ik de 10 minuten verder naar het winkelcentrum. “En dan, gewoon aanbellen en geven?” vraag ik hem. “Je kunt best aanbellen, maar ze zijn niet thuis. Leg de bos maar voor de deur met een kaartje erbij”, reageert hij. Ik ga niet meer in discussie en laat hem vertellen welke kaart het moet zijn. Ik vraag de verkoopster om een pen en terwijl ik me afvraag, wat ik erop moet zetten en hoe ik dit ooit ga uitleggen, schrijft mijn hand de kaart vol.

Via de kaart geeft Jules aan hoe zich voelde als onkruid, dat hij nu vrij is en kan genieten van de schoonheid van open velden en wilde bloemen. Hij laat me schrijven dat zijn zus net een speech heeft gehouden, waarin ze zegt dat ze trots op hem is en zijn keuze respecteert. Hij heeft het gehoord en is er zo dankbaar voor.

Hij laat duidelijk de liefde voor haar voelen. Zij is zijn krachtige zus en hij keek naar haar op. Ook brengt hij over dat hij “met een knal” afscheid nam vandaag. Even snap ik niet wat hij bedoelt, maar het zou snel duidelijk worden. De verkoopster pakt de zonnebloemen in en ik loop met mijn handen vol de winkel uit. Dan zie ik het papier dat eromheen zit. De winkel heet “Eeuwige Lente” en het papier is van “Fleur-op”. Je mag raden hoe zijn zus heet…

Ik fiets naar haar huis en nog steeds enigszins eigenwijs, druk ik tóch op de deurbel. Wat een verrassing. Er wordt niet opengedaan, precies zoals hij zei. Ik leg de bloemen met de kaart in de voortuin, omdat ik inmiddels niet meer twijfel aan zijn leiding én omdat ik weet dat zij hier open voor staat. Het voelt gek, spannend en ook mooi. Ik app haar met alleen de woorden: “Trof jullie niet thuis. Heb iets in de voortuin achtergelaten.” Op weg naar huis ben ik ineens weer helemaal alleen op de fiets.

Even later gaat mijn telefoon en ik zie haar naam in het scherm. Enorm geraakt zegt ze: “Ongelooflijk… je hebt hem écht gesproken. Alles wat je vertelt en geschreven hebt, klopt. Dit is hem, ten voeten uit. Hij gaf nooit geld uit voor bloemen. We plaagden elkaar altijd onderling. Ook de manier van overlijden die je beschrijft, klopt. Sterker nog, ik heb je expres niet verteld hoe hij overleden is, omdat ik al een beetje hoopte dat je een keer contact kon maken.” Ze vertelt over zijn proces en hoe ze hem geholpen heeft al die tijd. Ze heeft er vrede mee en respecteert zijn keuze.

Ze gaat verder: “Enkele weken geleden was ik bij hem en heb ik gezegd dat hij misschien een keer met jou kon praten in een counselinggesprek. Nóoit gedacht dat hij dat op deze manier zou doen… Vanmorgen was zijn afscheidsdienst. Ik heb inderdaad een speech gehouden en gezegd wat je op de kaart geschreven hebt. Wat bijzonder! Hij ging er zeker uit met een knal, want we draaiden “Paranoid” op de gloednieuw geïnstalleerde geluidsset met subwoofers. Het hele dorp heeft het geweten; het was fantastisch, helemaal in Jules-stijl.” Het kippenvel staat op mijn armen, terwijl ik probeer te bevatten wat hier heeft plaatsgevonden.

Dan wordt het even stil en ik hoor dat ze geëmotioneerd is. “Op de kist lagen drie bossen bloemen. Ik vond het zonde als ze mee zouden gaan met de kist, dus ik heb er één aan mijn vader gegeven, één aan mijn broer en de laatste heb ik op het graf van onze moeder gelegd. Op weg naar huis, realiseren we ons: nu hebben zij allemaal bloemen en wij niks! Dat is toch ook wat…
We lopen het tuinpad op en daar ligt ineens een prachtige bos zonnebloemen. Van mijn broer.”

Met toestemming van Fleure geschreven en ter nagedachtenis aan Jules. Dat hij maar ten volle mag genieten van zijn vrijheid en de schoonheid van alle bloemen.