We hebben een soort haat-liefde relatie, de maan en ik. Al een paar dagen voordat zij haar volle kracht laat zien aan de hemel, voel ik van binnen een spanning opbouwen. De dualiteit van het leven wordt in het volle maanlicht extra uitvergroot. Mijn lichaam schiet heen en weer tussen verschillende sensaties, net als mijn emoties.

Er lijkt een tweestrijd in me te ontstaan tussen vrijheid en verbondenheid. Ik zie in alles meer schoonheid om me heen en tegelijkertijd meer zwaarte. Ik wil wegkruipen in een hol als voor een winterslaap, terwijl even later mijn voeten dansen op straat en mijn hart zingt van vreugde. De natuur roept. Mijn muziek betovert. Een traan komt. Een lach volgt. Zomaar. Ik laat het.

Ik snap er even niks meer van en niet eerder was alles zo helder. Ik ben eruit. Ik was in een vorig leven vast een heks. En een indiaan. Een kruidenvrouwtje. En Wendy van Peter Pan. Ja, dat zal het zijn…

Ik mijmer nog even verder.