In de praktijk zit een jong tienermeisje met haar moeder. Ze vertelt over een angstige ervaring van een aantal nachten geleden. In haar slaapkamer voelde ze ineens een vreemde energie om zich heen en alsof iets tegen haar wang tikte. Behoorlijk geschrokken durft ze sindsdien niet meer zomaar te gaan slapen. Het donker voelt niet veilig en ze is ervan overtuigd dat “iets naars” misschien wat van haar wil. Of ik kan helpen…

Terwijl ze haar ervaring deelt, voel ik direct een man bij me komen staan. Het is overduidelijk haar opa; man met een krachtig, zeer liefdevol karakter en een enorme dosis humor. Met een ondeugende blik laat hij me zien hoe hij haar die avond in de wang kneep, zoals hij altijd deed toen hij nog leefde. “Jouw opa is hier. Herken je dit?” vraag ik, terwijl ik het gebaar zachtjes bij haar nadoe. Grote, verbaasde ogen lichten op van herkenning: “Dat deed hij altijd bij me!” De energie wordt nu nog krachtiger. “Ze schrok van me! Dat was niet de bedoeling! Ik wilde alleen maar even laten weten dat ik er was”, geeft opa aan. Er verschijnt een voorzichtige en ongelovige glimlach op haar jonge gezicht. “Echt?” vraagt ze zachtjes.

Ik vertel haar wat opa nog meer laat zien en voelen: hun gedeelde passie voor snoepjes eten, twee handen in de pot, de grappen aan tafel en de wijze waarop hij haar altijd in de maling nam. Wat een fantastische opa!

“Ik ga nog met mijn hooivork bij de deur staan om haar te beschermen als het moet”, laat hij met een grote grijns zien. Ook geeft hij aan dat hij meer manieren uitprobeert om zijn aanwezigheid kenbaar te maken, waaronder het licht dat laatst zomaar aanging in de kamer. Zijn energie is duidelijk voelbaar in de ruimte en we lachen samen om de grappige, gedeelde herinneringen.

Inmiddels is de aanvankelijke schrik veranderd in een vrolijke schik om het feit dat opa nog graag af en toe komt spelen met haar. Ik leg haar uit dat onze eigen angst voor het onbekende maakt, dat de energie onveilig kan aanvoelen, maar dat ik Spirit alleen maar ken als bron van steun en liefde.

Op mijn vraag of ze een boodschap voor hem wil achterlaten aan de herinneringsboom, gaat ze gretig in. Het kaartje met gouden sterren krijgt een zorgvuldig uitgezocht plekje aan de takken. Een blije, opgeluchte jongedame verlaat met dansende tred de praktijk. Op mijn gezicht verschijnt een dankbare glimlach als ik lees wat ze geschreven heeft: “Ik hoop dat je snel weer eens langs komt!”