Languit lig ik op mijn kleedje in de duinen, als ineens een meisje aan komt wandelen, met in haar handen een gekleurde slang, vers van de kermis. Haar broertje en vader strijken neer op het naastgelegen bankje, enthousiast aankondigend: “Wij komen even picknicken!”

“Oeh…” zeg ik: “Is het wel een lieve slang?” Twee grote ogen kijken me aan, terwijl ze meteen van de gelegenheid gebruik maakt om gezellig op mijn kleedje te kruipen. “Ja, hij is heel lief! Voel maar, hij heeft haren!” Samen babbelen we over haar slang, het grote avontuur om met papa op pad te zijn en het slaapfeestje dat ze op school had, omdat ze naar groep 3 mag.

Af en toe kruipt ook broertje ernaast en we grappen wat af. Nieuwsgierig vraag ik hoe haar eierkoek gemaakt is. Ik krijg een uitgebreide uitleg over de ingrediënten: eieren en een beetje koek erbij. Mijn verbaasde opmerking dat er dus geen varkens aan te pas zijn gekomen, deed haar schaterlachen: “Nee joh, die krijgen gewoon kleintjes, geen eieren.”

Dan duwt ze een zout koekje onder mijn neus: “Hoe heet deze?” vraagt ze. “Uhm, ik weet het niet. Laten we het hem vragen. Zeg koekje, hoe heet jij?” “Piet”, klinkt een gek stemmetje. De kinderen lachen en vinden dat kennelijk een mooi moment om zich officieel aan me voor te stellen. Ik schud ze plechtig de hand. Ik geniet van de speelsheid, verwondering en openheid die ze laten zien.

Samen duiken ze de zandbak in, om eruit te komen met een ware schat! Een oud fotorol-omhulsel geeft ze aan papa. Er blijkt een briefje in te zitten van een magische Duitse gever én een zilveren hangertje. Dolgelukkig met haar schat duikt ze weer op mijn kleedje. Ik bekijk haar schat uitgebreid en vertel haar: “Wauw.. dit is de Boom van het Leven, waar alle levenskracht vandaan komt. Dit is een échte schat voor speciale meisjes!” Nog vol ongeloof dat iemand dit zomaar achterlaat voor speciale meisjes, klimt ze op de evenwichtsbalk. Ze spelen nog even verder. Ik vertel haar vader over een toverboom vlakbij, waar meer schatten te vinden zijn die je mag meenemen, als je zelf ook een schat achterlaat.

Dan is het tijd voor vertrek; op zoek naar de toverboom. De picknicktas wordt op de fiets gehesen en ze gaan verder op avontuur. Ze rent naar me toe en gaat met vragende ogen voor me staan: “Knuffel?” “Echt wel!” zeg ik en ik voel twee armpjes stevig om mijn nek. Dan worden er twee nog kleinere armpjes van achter om mijn middel geslagen en drukt een blond koppie tegen mijn rug.

Zo zitten we daar… midden in de duinen… op een kleedje met een slang, pietkoekjes en een schat… ik voel me gelukkig. Wat is het leven toch mooi en magisch als je mee mag kijken door de ogen van een kind ❤️.